Consultatiedocument van de Nederlandse Vereniging van Rechtskundige Adviseurs (NVRA)

De NVRA heeft met grote interesse kennis genomen van het (tweede) consultatiedocument modernisering personenvennootschappen. De drachttijd van deze consultatie is lang geweest, gezien het feit dat de vorige consultatie uit 2019 stamt. Het is een wijziging in wetgeving die zeer veel ondernemers gaat raken. In de MvT zijn cijfers opgenomen over het aantal maatschappen en vof’s die duidelijk maken hoeveel bedrijven met deze transitie te maken gaan krijgen.

De NVRA zal zich tot enkele civiele punten beperken. In de fiscale vakpers zijn intussen al de nodige kritische noten gekraakt over punten die niet geregeld worden, waarbij vooral het aspect van de fiscale transparantie veel aandacht krijgt. De NVRA neemt kennis van de regeling zoals de Minister die voorstelt in de fiscale invoeringswet.

Het verdwijnen van het onderscheid tussen maatschap en vof vindt de NVRA toe te juichen: het had altijd iets van het onderscheid edelman/werkman waarbij de edelman er voor wat betreft de aansprakelijkheid beter van af kwam en nu ook komt, gezien de uitzondering in 7:814

Het nieuwe systeem creëert, althans voor de openbare personenvennootschap, een rechtspersoon sui generis die niet ingepast is in boek 2 BW: de vraag is of dat niet de opmaat is voor geheel nieuwe problemen, temeer omdat in het ontwerp enkel globale structuren voor deze rechtspersoon worden aangedragen. Welke bepalingen uit boek 2 zijn wel van toepassing?

Het ontwerp zwijgt over de figuur van de openbare vennootschap in oprichting. Moet ervan worden uitgegaan dat als voldaan is aan de vereisten van art. 800 lid 2 de rechtspersoon een feit is?

De NVRA mist een verplichting tot het hebben van een vestigingsplaats. Een vestigingsplaats, kan naar de mening van de NVRA niet worden gemist, al is het maar voor het vaststellen van rechterlijke bevoegdheid.

De NVRA heeft met genoegen kennis genomen van het verlaten van de lijn die is uitgezet met het Carlande arrest van 13 maart 2015. Dat arrest liet ruimte voor grote onzekerheid bij een potentiële vennoot. Weliswaar zal er een due diligence plaatsvinden – dat is althans te hopen – maar als schulden al dan niet moedwillig verborgen worden gehouden kunnen de gevolgen voor de nieuwe vennoot dramatisch zijn.

De NVRA heeft enkele opmerkingen over specifieke artikelen.

Artikel 812

De wetgever maakt het vestigen van zakelijke rechten op het recht van uitkering en deelname mogelijk. Maar wat dan wel goed geregeld moet worden is artikel 812 en de daarbij behorende toelichting: hier worden op dit punt (bijna geen) geen handvaten geboden. Een uitvoeriger beschouwing is zeer gewenst, al is het maar om te voorkomen dat alle annotatoren hiermee aan de haal gaan. Wat goed geduid zal moeten worden is hoe een beslag op het deelnamerecht gelegd moet worden en hoe dit uit te winnen.

Artikel 814

Er is gekozen voor een systeem van subsidiaire aansprakelijkheid. Het blijft voor de NVRA onduidelijk wat de noodzaak is van lid 2. Normaal zal er geen procedure worden gevoerd als een partij niet in verzuim is en het is enkel verspilling van geld als men in een dergelijk geval niet meteen de vennoten mee kan nemen. Hoezo moet aannemelijk worden gemaakt dat de vennootschap niet zal betalen? Verzuim moet toch al voldoende zijn om de vennoten mee te dagvaarden? De MvT stelt weliswaar dat in geval van twijfel alle personen gelijktijdig kunnen worden gedagvaard in een procedure ( "dan verzet de regeling zich er niet tegen dat deze derde een procedure aanhangig maakt jegens zowel de personenvennootschap als de vennoten. ") maar de wettekst zelf geeft ruimte voor twijfel.
Waarom is niet gekozen voor een generiek systeem zoals artikel 18 WvK dat nu kent. De toelichting staat op een aantal plaatsen stil bij beroepsbeoefenaren die uit de wind gehouden moeten worden maar waarom een uitzondering voor de opdracht? De MvT bij het maken van dit onderscheid overtuigt niet. Het criterium van specifieke opdracht (art. 6 MvT) is vragen om casuïstiek met alle proceskosten van dien. Als men kiest voor het systeem van de vennootschap moet men niet alleen de lusten maar ook de lasten voor lief nemen.

Deze reactie mag openbaar worden gemaakt.

Namens het bestuur van de NVRA
Mevrouw mr. W. van den Herik, secretaris.

8 februari 2023